Plaatsing Stolpersteine in Drouwen uitgesteld

DROUWEN - Twee Joodse families worden tijdens de Tweede Wereldoorlog uit de gemeenschap van Drouwen weggerukt. Via Kamp Westerbork gaan ze in oktober 1942 op transport naar het oosten. Alle zeven dorpsgenoten sterven in de gaskamers van Auschwitz en Sobibór. 

Op initiatief van de werkgoep ‘75 jaar bevrijding Drouwen, Bronneger en Bronnegerveen’ zouden donderdagmiddag 22 april zeven messing Stolpersteine geplaatst worden in Drouwen. Corona gooit echter ook hier roet in het eten. De bedenker van de Stolpersteine, de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, heeft de plaatselijke organisatie laten weten dat hij alle officiële steenleggingen voor dit kalenderjaar in heel Europa heeft afgelast. ,,Hij acht het onder de huidige coronaregels onmogelijk om naar Nederland te komen. Ook het feit dat grotere samenkomsten voorlopig verboden zijn maken een plechtigheid zoals deze eigenlijk onmogelijk’’, aldus Sjoerd Looijenga namens de werkgroep.

Nieuwe datum
De werkgroep heeft inmiddels een nieuwe datum geprikt. Op zaterdag 2 oktober is het precies 79 jaar geleden dat de Joodse inwoners van Drouwen een oproep krijgen om zich bij Hotel Bieze in Borger te melden. ,,Een aantal dagen later worden onze dorpsgenoten via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Op 2 oktober hopen we hen alsnog, dankzij de Stolpersteine, weer een plaats te geven in de Drouwener gemeenschap. Want een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is.’’ De kleine messing monumentjes worden geplaatst op de plekken waar de laatste (vrij gekozen) woning van de slachtoffers staat of heeft gestaan: Hoofdstraat 21 en Alinghoek 13 in Drouwen.